Skip to main content

‘Vergeten oorlogshelden’: databank onthult verhaal van koopvaardij tijdens Tweede Wereldoorlog

Stef Rietbergen met een foto van zijn opa die is gesneuveld in de oorlog toen hij kapitein was op een koopvaardijschip.

De rol van de Nederlandse koopvaardij in de Tweede Wereldoorlog bleef lang onderbelicht. Stichting Koopvaardijpersoneel 1940-1945 lanceert donderdag 4 mei een databank, waarin de geschiedenis is terug te vinden van iedere koopvaarder en elk schip.

Bron: Volkskrant | Inna Venneman | 3 mei 2023 | © Beelden: Raymond Rutting / de Volkskrant

De dag voordat Stef Rietbergen (69) zijn moeder ging begraven, vond hij onderin haar kledingkast een gehavend kistje met daarin een smoezelig paspoort, de overlijdensakte, het bidprentje en een militaire onderscheiding van zijn opa, Cornelis Stephanus Theodorus Rietbergen, die in de jaren veertig op het rederijschip de Amstelland voer. Het waren de relieken van een familiegeschiedenis, waarover hij nagenoeg niets wist.

Net als alle andere lieden van de koopvaardij, de commerciële vracht- en personenvaart, moest kapitein Rietbergen tijdens de Tweede Wereldoorlog op zee blijven, omdat de Nederlandse regering hen tot het bevoorraden van de geallieerde troepen had verplicht. Hij kwam op 28 februari 1941 als burger om het leven, nadat zijn schip door een gevechtsvliegtuig van de nazi’s was gebombardeerd. Rietbergens vader, de zoon van de kapitein, heeft er zijn leven lang niet over kunnen praten.

Het oorlogsverhaal van Cornelis Rietbergen en dat van ruim 19 duizend andere koopvaardijlieden die de geallieerden tijdens de oorlog op zee ondersteunden, is vanaf 4 mei te vinden in de online databank van Stichting Koopvaardijpersoneel 1940-1945. Het moet families zoals die van Rietbergen helpen een gat in hun familiegeschiedenis te dichten, zegt de stichting. En deze ‘vergeten oorlogshelden’ postuum de erkenning geven die ze verdienen.

D-Day

De totstandkoming van deze databank is een heldenverhaal op zichzelf. Het begon bij het kistje van Rietbergen, dat hij in februari 2020 ontdekte. De vondst was ‘het vonkje’ dat een Google-zoektocht naar zijn opa aanstak. Tot zijn grote verbazing kwam hij op allerlei oorlogsfora al snel gedetailleerde verhalen tegen, allemaal geschreven door ene Jos Rozenburg. ‘Ik dacht: ‘Wie is die man die over mijn opa schrijft?’, zegt Rietbergen aan de telefoon. Dus zocht hij contact.

Jos Rozenburg (62) bleek een oud-marineman die in 2005 op Curaçao was gestationeerd en daar consul was van de Nederlandse oorlogsgraven op de Antillen. In die rol maakte hij kennis met het oorlogsmonument in de baai van Willemstad. Daaromheen waren de namen van gesneuvelden gegraveerd, die gek genoeg niemand kon thuisbrengen. Rozenburg was geïntrigeerd door het mysterie, spitte archieven uit en werd verrast door wat hij vond. ‘De gesneuvelden waren bijna allemaal burgers die op de Nederlandse koopvaardij hadden gevaren’, zegt hij.

Paspoort van Cornelis Rietbergen.

Zo ontstond Rozenburgs fascinatie voor de rol van de koopvaardij tijdens de Tweede Wereldoorlog. Want zelfs hij, opgeleid als koopvaardijstuurman, wist niet hoe omvangrijk de rol van de 1.150 Nederlandse koopvaardijschepen was geweest. Ze bevoorraden en evacueerden bijvoorbeeld tijdens D-Day, de beroemde geallieerde aanval op Normandië, die de bevrijding van West-Europa inluidde. Rozenburg: ‘De koopvaardij heeft daarmee misschien wel de belangrijkste Nederlandse bijdrage aan de oorlog geleverd.’

Toch is dat verhaal nooit in het Nederlandse collectieve geheugen terechtgekomen. Want toen de koopvaarders in 1946 na zes jaar op zee zongebruind en goed doorvoed thuiskwamen, hadden de meeste andere Nederlanders geen interesse in hun oorlogservaringen. Zij hadden immers niet het naziregime en de hongerwinter meegemaakt. Dus bleven de meesten koopvaarders zwijgen. En anders dan bij defensiepersoneel, werd er weinig onderzoek gedaan naar hun oorlogsbijdrage.

De hoogste prijs

Rozenburg en Rietbergen mailden een paar keer heen en weer en ontmoetten elkaar in juli 2020 in het Nationaal Archief in Den Haag. ‘Ik had na vijftien jaar hobbymatig onderzoek al zesduizend namen van koopvaardijlieden gevonden’, zegt Rozenburg. ‘Maar ik had geen idee wat ik ermee moest.’ Rietbergen, net lid bij Stichting Koopvaardijpersoneel 1940-1945, had dat wel. Rozenburg: ‘De stichting was eigenlijk een platform zonder databank en ik had een databank zonder platform.’

Het toeval wil dat rond diezelfde tijd ook de Londense Collectie Koopvaardij werd gedigitaliseerd, een regeringsarchief uit de oorlogstijd. Dat was voor Rozenburg een goudmijn en aanvulling op zijn onderzoek, die hij nota bene vanuit zijn woonkamer kon inzien. ‘Ik heb daarom aangeboden om de 18 duizend personeelsdossiers van de Nederlandse vaarplichtige koopvaardijlieden door te spitten’, zegt hij. In ruil daarvoor stelde de stichting een groot deel van haar budget beschikbaar om de online databank te laten bouwen.

Nu, anderhalf jaar later, gaat de databank donderdag online. Rozenburg is erg trots op het resultaat van zijn monnikenwerk. In de databank zit een zoekfunctie om het oorlogsverhaal van iedere koopvaardijvaarder op basis van achternaam te vinden en kan van ieder schip de belangrijkste gebeurtenissen worden opgeroepen.

Verhaal doorgeven

Rozenburg is blij dat hij kon bijdragen aan het eerherstel van deze groep, want als Irak-, Bosnië- en Syrië-veteraan weet hij dat vrijheid niet gratis is. ‘Het omgekomen koopvaardijpersoneel betaalde voor onze vrijheid de hoogste prijs die er is, namelijk hun leven. Het minste wat wij kunnen doen is hun namen onthouden en hun verhaal aan hun nabestaanden teruggeven.’

Het werk aan de databank is overigens nog niet klaar. Rozenburg hoopt dat hij er informatie aan kan blijven toevoegen. ‘Ik ben ervan overtuigd dat op allerlei zolderkamertjes nog monsterboekjes van opa liggen te verstoffen die ons weer verder helpen. Ik hoop dat mensen ons die informatie toevertrouwen.’

Stef Rietbergen heeft inmiddels op een antiek kastje in zijn woonkamer een ereplekje voor zijn opa ingericht, inclusief zijn schilderij, onderscheidingen en erekruisjes. Hij heeft dankzij het nieuwe archief nog meer bijgeleerd over zijn opa. ‘Ik ging er altijd van uit dat hij weinig had gepresteerd in de oorlog, omdat ik dacht dat hij slechts twee keer uitvoer en het schip beide keren werd getroffen. Ik weet nu dat hij ook in andere konvooien meevoer en dat hij nog twee dagen probeerde om het schip waarop hij sneuvelde, te redden. Die militaire onderscheidingen hangen er dus niet voor niets.’